Vorige maand was ik voor het eerst van mijn leven in een vestiging van Jack’s Casino. Ik had in Nijmegen een uur tijd over in mijn planning en ik besloot spontaan mijn geluk aan de roulettetafel te beproeven. Ik heb me drie kwartier met dat spel vermaakt en wandelde vervolgens het casino weer uit met precies even veel geld op zak als bij binnenkomst. Roulette is onvoorspelbaar, het blijft een kwestie van gokken. Wat dat betreft verschilt roulette niet wezenlijk van politiek. Als kiezer krijg je een lijst met namen voorgeschoteld en op basis van de beschikbare informatie maak je een keuze. Je zet in op een bepaalde persoon en daarna ben je de zeggenschap er eigenlijk een beetje over kwijt. Zoals de bal over de roulettetafel beweegt, zo bewegen de fractieleden van de partijen zich door de politieke arena. Als kiezer word ik niet eerst gebeld alvorens er een besluit wordt genomen, ik moet maar afwachten of ze doen wat ik had gehoopt. Gelukkig gaat dat in veel gevallen goed, zeker wanneer je vooraf de mogelijkheid hebt aangegrepen om je te verdiepen in de standpunten van de politici. Maar soms doen ze toch iets anders dan je zelf zou hebben gedaan. Zo ook met het besluit over het verlenen van toestemming voor een vestiging van Jack’s Casino op de Breestraat. Net als Pieter Heinink van VVD Ferraro denk ik dat hier sprake is van een gemiste kans. Zeker weten doe ik dat niet. Het blijft een kwestie van gokken.
Author: Raimond Bos
Helden van de maatschappij
Een raadslid van de gemeente Landsmeer kwam onlangs in het nieuws omdat hij zich schuil hield voor de politie. Zo moet het dus niet. Ongeacht de aanleiding voor het voorval en ongeacht de vraag of de man in zijn gelijk staat, als raadslid moet je met een betere oplossing kunnen komen dan je schuil te houden. Immers, ook hier moet je als volksvertegenwoordiger het goede voorbeeld geven. Tijdens het eerste raadscafé van Beverwijk sinds de nieuwe gemeenteraad is geïnstalleerd, kwamen veel Beverwijkers klagen. In plaats van constructief meedenken over hoe we de stad kunnen verbeteren werd het vooral een tirade over wat er allemaal niet deugt. Opvallend was daarbij dat het vooral zaken betrof die de mensen elkaar aan doen. Zwerfvuil, verkeerd geparkeerde auto’s, dat soort dingen. Ik zeg wel eens dat er niets erger is op de wereld dan andere mensen. Die stelling werd weer eens goed bewaarheid. Bij een discussie over fietsen in een wandelgebied stond CDA-raadslid Rob Toman op. Hij legde uit dat hij, wanneer hij op de fiets rijdt en door de Begijnenstraat wil, afstapt en met de fiets aan de hand door die winkelstraat wandelt. Ik applaudisseerde. Dat ik daarin de enige was, verbaast me niet. Zelfs mijn eigen vriendin lapt dergelijke fatsoensnormen aan haar laars. Smalend worden mensen als Toman wel eens moraalridders of fatsoensrakkers genoemd. Voor mij zijn het helden en daadwerkelijke voorbeelden voor onze maatschappij. Alleen als je dergelijke basiswaarden overdraagt aan je kinderen, dan is onze maatschappij misschien nog te redden.
Het goede voorbeeld
Het is voor veel partijen moeilijk om geschikte kandidaten te vinden en voor Beverwijk moet dat extra lastig zijn, want de berichtgeving over de plaatselijke politiek was veelal negatief. Iedere inwoner kan zich aanmelden bij een politieke partij. Het is echter de vraag hoe goed iemand gescreend wordt voordat hij door een partij wordt voorgedragen als raadslid. De gemeenteraad is het hoogste besluitnemende orgaan van de gemeente en als raadslid moet je het goede voorbeeld geven. Je moet dus een modelburger zijn en je vooral bezig houden met het welzijn van de stad. Lang niet iedereen die politiek actief wordt is een modelburger. De kandidatenlijst van een partij is slechts een opsomming van namen, maar zegt niets over het gedrag van de kandidaten. Landelijk ging de PVV daarmee reeds enkele malen de mist in. Mensen die op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer stonden of uiteindelijk zelfs zitting hadden in de fractie bleken misstappen te hebben begaan of maakten alsnog een uitglijder. Fractielid Karel Fiseler van Democraten Beverwijk betuigde in het openbaar steun aan de PVV. Zou het toeval zijn dat juist een raadskandidaat van zijn partij felle kritiek kreeg op zijn gedrag…? In de aanloop naar de verkiezingen sprak ik iemand die zich zeer negatief uitsprak over een persoon op die lijst. “Hij terroriseert de hele buurt met zijn lawaai”, kreeg ik te horen. De vrouw vervolgde: “En daar moeten wij dan op stemmen…?” Zo zie je maar weer, we weten eigenlijk niet eens op wie we echt stemmen…!
Als het kalf verdronken is…
Onlangs heeft de gemeenteraad de gebiedsvisie voor de Breestraat vastgesteld. Door de straat flink op te knappen moet Beverwijk weer het winkelhart van de regio worden. De vorige flinke opknapbeurt vond plaats in 2002. Vanaf de heropening regende het klachten over de nieuwe indeling. Koud, saai, ongezellig, er deugde niets van. Nederland ging de afgelopen jaren gebukt onder een economische recessie en winkeliers hadden het toch al moeilijk door de opmars van winkelen via het internet. Als je dan ook nog een impopulair stadscentrum hebt, komt de klap extra hard aan. Klanten gaan op zoek naar de beste optie en kiezen niet meer voor Beverwijk. Een half jaar geleden was ik bij de opening van Geels Meubelen. Eigenaar Paul Geels was trots als een pauw op het bereikte resultaat. Zijn zaak in IJmuiden draaide goed en na jaren van afwezigheid in Beverwijk opende hij een winkel aan de Breestraat. Van vier gekoppelde winkelpanden had hij een prachtige meubelshowroom gemaakt met een oppervlakte van maar liefst duizend vierkante meter. Zaterdagmiddag sprak ik Geels opnieuw. Van de enthousiaste, trotse ondernemer was niets meer over. Boos, verdrietig en radeloos heeft hij besloten de zaak weer te sluiten. “Beverwijkers kijken wel, maar kopen niet. Ik ben geen museum!’’, riep hij me in het voorbij gaan toe. De emoties waren van zijn gezicht te lezen. Geels is niet de enige. Naar verluidt staan veel ondernemers in de Breestraat op de rand van de afgrond. Ik ben benieuwd of de gemeentelijke reddingsactie nog op tijd komt.
Doet ‘ie het of doet ‘ie het niet…?
Eind januari 2014 maakte Gemeentebelangen de nieuwe kandidatenlijst voor de verkiezingen bekend. Een opvallende naam op die lijst was de naam Wim Spruit. Spruit was 12 jaar geleden al raadslid voor de PvdA in Beverwijk en schopte het zelfs tot wethouder. Om gezondheidsredenen moest hij aftreden, maar enige tijd na zijn vertrek liet hij alsnog blijken dat er sprake was geweest van een onwerkbare situatie, die hij weet aan de machtspolitiek van zijn eigen partij en van andere partijen in de gemeenteraad. “Als je met voorkeursstemmen in de raad gekozen wordt, neem je dan zitting in de gemeenteraad?”, vroeg ik hem in de aanloop naar de verkiezingen van dit jaar. “Als de kiezer mij roept, dan ben ik er”, luidde zijn antwoord. Welnu, hij werd geroepen, maar hij liep uiteindelijk weg. Had hij direct gezegd dat hij om gezondheidsredenen alleen lijstduwer wilde zijn en beslist niet in de raad zou plaatsnemen, dan was dat een eerlijk antwoord geweest. Achteraf alsnog weigeren, om welke reden dan ook, vind ik niet gepast. Direct na het lezen van zijn afbericht heb ik Carli Bilars-Don, de lijsttrekker, gebeld. Ik vroeg haar of het echt zijn eigen besluit was geweest om afstand te doen van zijn raadszetel. Immers, Spruit ligt bij een bepaalde partij niet lekker en wellicht zou het met vier zetels in de komende onderhandelingen ‘handig’ zijn voor de partij om hem erbuiten te houden. Nee, dat was beslist niet het geval. Jammer, want nu heeft het slechts teleurgestelde kiezers opgeleverd, vrees ik.
Gast van de raad
De opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 in Beverwijk was bedroevend laag. Slechts 43,29 procent van de opgeroepen kiezers besloot de gang naar een stemhokje te maken. Alleen Schiedam scoorde slechter. De nieuwe coalitie in Beverwijk stelt zich ten doel om de kloof tussen burger en bestuur kleiner te maken. Horen we dat niet al jaren? Ja…! En is er de afgelopen jaren iets verbeterd? Nee…! Misschien gaat de frisse wind, die coalitieleider D66 heeft beloofd, daar iets aan veranderen. De eerste stap is in elk geval gezet. Vanaf volgende maand is er bij elke raadsvergadering een speciale gast. Dat kan in principe elke inwoner van Beverwijk zijn. Als gast van de raad wacht je een speciaal welkom, je krijgt uitleg over de gang van zaken, je kunt met raadsleden in gesprek gaan en je drinkt na afloop een drankje met de politieke kopstukken van onze stad. Niet echt iets nieuws, want elke raadsvergadering is openbaar. De raadsleden lopen daar gewoon in het wild rond en je kunt ze natuurlijk altijd even benaderen om iets te vragen. Ook de borrel na afloop is een vertrouwd gebruik in het stadhuis. Maar ik ben even aan het rekenen geslagen. Per jaar zijn er hooguit twaalf raadsvergaderingen. In vier jaar tijd levert dat dus een krappe vijftig gasten op. De opkomst dit jaar was 13.634 personen. Tel daarbij vijftig gasten op. Dat brengt het opkomstpercentage over vier jaar op 43,44%. Niet echt een enorme verbetering. Hopelijk komen er meer van dit soort projecten.
Mandaat om te handelen
John de Mol bedacht vorig jaar een nieuw televisieprogramma. Vijftien mensen werden op een afgezonderd stuk grond samengebracht met de bedoeling een nieuwe samenleving op te zetten. Net als bij andere plannen van John de Mol werd het concept fel bekritiseerd, maar het mag inmiddels een succes genoemd worden. Afgelopen maandag was John de Mol te gast in de talkshow van Humberto Tan. Amper een uur nadat ik mijn vorige column publiceerde zei de mediamagnaat ongeveer hetzelfde als wat ik daarin had opgeschreven. Hij trok de conclusie dat een democratie misschien wel de minst slechte bestuursvorm is die er bestaat, maar plaatste daarbij wel de kanttekening dat diversiteit tegelijk ook de zwakte is van dit systeem. De verscheidenheid van meningen is een probleem om tot beslissingen te komen, aldus De Mol. Misschien moeten we een voorbeeld nemen aan het Eurovisie Songfestival. Jarenlang heeft men de Nederlanders laten meebeslissen over onze inzending. Door te stemmen mochten we onze voorkeur laten blijken. Dat leidde tot diversiteit en zorgde kennelijk voor een slecht resultaat, want bijna 40 jaar lang leverde het ons niet de positie op die we dit jaar behaalden. Vorig jaar eindigde Nederland voor het eerst sinds jaren weer eens bij de bovenste tien. Ook toen was ons liedje niet door het volk gekozen, maar slechts door iemand die het mandaat kreeg om te handelen. Zou dat de sleutel zijn…? Ach, zolang onze nieuwe wethouder Tim de Rudder maar niet in een jurk verschijnt. De snor en baard heeft hij al…!
Liever een dictatuur…?
Bart van Kampen, de grondlegger van de Bazaar, zei ooit tegen me: “Een ondernemer die zich aan alle regels houdt wordt nooit een goed ondernemer.” Hoewel ik gruwel van die mentaliteit begrijp ik heel goed wat hij ermee wilde zeggen. Als zelfstandig ondernemer ben ik zelf menigmaal geconfronteerd met het woud aan regels dat wij in Nederland kennen. Regels die voornamelijk demotiverend werken. Ik heb al enkele malen op het punt gestaan om mijn bedrijfsactiviteiten te beëindigen omdat ik me tegengewerkt voelde door de regeldruk. Terecht pleit met name de VVD-fractie al geruime tijd voor het verminderen van het aantal regels. Terug naar de uitspraak die Bart van Kampen deed. Ik zou die willen aanpassen, zodat de woorden van toepassing zijn op het openbaar bestuur. “Een bestuurder die met iedereen rekening houdt wordt nooit een goed bestuurder.” Het is immers niet mogelijk om iedereen tevreden te stellen en zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Wellicht hebben we hier het grootste gebrek van onze democratie blootgelegd. Ik roep wel eens: “Een dictatuur is de beste bestuursvorm.” Ik plaats daarbij wel de kanttekening dat je dan wel een dictator moet hebben die het goed voor heeft met de bevolking. Helaas bestaan zulke dictators nauwelijks. De democratie, zoals wij die kennen, is met afstand het beste alternatief, maar heeft dus wel nadelen. Toch vraag ik me nog steeds af waarom de satirische campagne van de Partij tegen de Burger juist in Beverwijk is opgenomen…? Het geeft te denken over de mate van vermeende dictatuur…!
Wel beloven, maar niet doen
In de aanloop naar de verkiezingen voor de gemeenteraad bezocht ik het Beverwijkse filiaal van Randstad Uitzendbureau. Ik wilde ze om een gunst vragen en werd te woord gestaan door een vriendelijke jonge vrouw, die me vertelde dat ze van baan ging veranderen. De volgende dag, haar laatste werkdag bij Randstad, zou ze mij terugbellen. Omdat haar telefoontje uitbleef, belde ik na het weekend met haar collega. Ook hij stond me vriendelijk te woord en ook hij beloofde me terug te bellen. Dat is wederom niet gebeurd. Daarna heb ik Randstad Uitzendbureau afgevoerd van mijn lijst met betrouwbare zakenpartners. Op een steenworp afstand van het kantoor van deze uitzendgigant bevindt zich het stadhuis. Zou het aan de locatie liggen? Immers, veel mensen verwijten de politiek al jaren dat nooit gedaan wordt wat vooraf wordt beloofd. Vaak is dat helaas ook zo. De kiezer noemt dat kiezersbedrog, de politicus spreekt van concessies doen tijdens de onderhandelingen. Het CDA is daar een mooi voorbeeld van. In oktober 2011 lieten de vier CDA-fracties in de IJmond via een gezamenlijke verklaring weten dat ze geen fusie van de vier gemeenten willen. In het nieuwe coalitieakkoord in Beverwijk, dat door het CDA is onderschreven, staat juist dat de coalitie open staat voor een fusie. Een goede vriend van mij stemt tegenwoordig op partijen die speerpunten opvoeren waarmee hij het volstrekt oneens is. Aangezien ze na de verkiezingen vaak 180 graden draaien, geeft hem dat de meeste zekerheid op uitvoering van het door hem gewenste beleid…!
Niemand zoals Frans Koster
De titel boven deze column is niet door mij bedacht. Het is de titel van een lied dat Ab Winkel jaren geleden opnam voor het album ‘Westerhout Blijft’, een protest tegen de aanleg van de westelijke randweg. De titel is wel treffend gekozen, want er is niemand zoals Frans Koster. Kort na zijn gedwongen vertrek als wethouder van de gemeente Beverwijk in 2004 sprak ik voormalig wethouder Ton Kooiman. Hij vertelde me over een enquête die door een extern onderzoeksbureau was uitgevoerd. Aan inwoners van de gemeente Beverwijk werd gevraagd of ze namen van wethouders konden noemen. De onderzoekers, die niet uit Beverwijk kwamen en de plaatselijke situatie niet kenden, kwamen volgens Kooiman tot de conclusie dat er iets merkwaardigs aan de hand was. Nooit eerder was de naam van één wethouder zo vaak genoemd. Kooiman vertrouwde me toe dat de naam Koster in vrijwel alle gevallen negatief naar voren kwam. Wat is dat toch met Frans Koster in Beverwijk? Ook in de afgelopen jaren hoorde ik veel negatieve verhalen. Iemand vertelde me dat hij persoonlijk financieel aan de grond zit en daarom opnieuw wethouder wilde worden. Iemand anders vertelde me dat hij een alcoholist zou zijn die met regelmaat vier flessen wijn achter elkaar naar binnen giet. Natuurlijk heb ik ook in zijn eigen VVD-kamp de meningen gepeild. “Hoge bomen vangen veel wind”, was de reactie. Men bleef vierkant achter hun leider staan. Toch lijkt zijn rol in het politieke bedrijf van Beverwijk voorlopig uitgespeeld te zijn. Wordt vervolgd…?